ADA : Femmes et nouvelles technologies  - Femmes et  IT - Femmes et TIC
 

zoek

Newsletter

 
 

In dezelfde rubriek:

Project Electronic@ lanceert nieuwe instrumenten

Heeft iedereen gelijke kansen in cyberspace?

Brussel verwelkomt symposium over gender en ICT

Europees project ontkracht veronderstellingen

’Informatica Feminale’ doorbreekt de mannelijke universiteitscultuur in informatica

Waarom kiezen vrouwen
voor een baan in ICT en waarom niet?

Databank met pedagogisch ICT-materiaal ware goudmijn

Genderkloof in Europa blijft groot

Carrière maken in een informaticaberoep

Heeft de digitale kloof een geslacht?

Het einde van 10 jaar vrouwenstudies in Vlaanderen?

Bruisende plannen om de IT sector aantrekkelijk te maken

Roddelen is netwerken

 
Click hier om de rubriek af te drukken

Newtonia-onderzoek aan ULB

Informatica: vooral voor meisjes een wetenschap apart

Uit een recent Newtonia-onderzoek aan de ULB blijkt nog maar eens hoe de studies informatica vooral voor meisjes een heel aparte plaats innemen in het geheel van wetenschappelijke vakken. Waar komen die meisjes vandaan? Wat is hun sociale afkomst? Wat trekt hen aan? En waarin verschillen ze van hun mannelijke medestudenten?


Newtonia is een programma waarin de recente ontwikkelingen in de toegang van jonge vrouwen tot de (toegepaste) wetenschappen wordt onderzocht en bediscussieerd. Het eerste deel van dit onderzoek ging over de keuze voor school en universiteit van jongeren. Het tweede deel over werkgelegenheid. Eind januari werden in Lyon tijdens het symposium "Hogere wetenschappelijke studies: waar blijven de meisjes?" de resultaten bekend gemaakt.

Bij het overlopen van de massa gegevens, verzameld op basis van vragenlijsten die voorgelegd werden aan de studenten van de Université Libre de Belgique (ULB), voor het eerst ingeschreven in 2001, bleek duidelijk dat informatica een heel apart plaats inneemt in het geheel van wetenschappelijke vakken. Een vaststelling waar nog maar eens is aangetoond dat een globale benadering van de problematiek "Vrouwen en wetenschappen" ons niet noodzakelijk inzicht kan geven in de situatie op het gebied van informatica.

In 2001 schrijven meisjes zich met 28% aan de ULB in voor wetenschappen. Maar dit globale cijfer verbergt een belangrijke verscheidenheid: 39% meisjes schrijft zich in voor wetenschappelijke richtingen buiten de informatica en slechts 12% kiest voor informatica zelf.

Informatica als vak onderscheidt zich op verschillende manieren van de algemene wetenschappen, zelfs al moet men de cijfers met de nodige, grote voorzichtigheid hanteren: een steekproef uit de deelnemers (m/v) aan de enquête levert, onder de eerstejaars, 89 jongens op tegenover 12 meisjes. Dit probleem keert evenwel steeds terug, elke keer dat men nauwkeurig de aanwezigheid van meisjes in informaticastudies wil nagaan: de aantallen zijn steeds behoorlijk zwak om er statistisch relevante resultaten uit te halen.

Voor het tweede deel van het onderzoek werden de gegevens verzameld op basis van vragenlijsten voorgelegd aan alle gediplomeerden van de tweede leergang van de jaren 1970-1972, 1980-1982, 1990-1992.

Sociaal milieu

Het sociale milieu is meer bepalend voor de toegankelijkheid tot de universiteit dan het geslacht. Kinderen van universitair geschoolden zijn altijd sterk vertegenwoordigd, in het nadeel van kinderen uit een niet-universitair milieu. Deze sociale determinanten zijn minder uitgesproken bij meisjes dan bij jongens. Vrouwelijke studenten komen vaker uit niet-gestudeerde middens dan hun mannelijke collega’s, maar vinden hun weg niet naar de meest gewaardeerde universitaire studierichtingen.

Voor informatica ziet het er anders uit: over het algemeen kunnen de jongens in drie groepen ondergebracht worden die min of meer gelijk lopen wat betreft het studieniveau van hun ouders: secundair, hoger en universitair niveau. De informaticatak is, samen met geneeskunde, de enige tak waar de meerderheid van de ouders geen universitaire gediplomeerden zijn. Tegelijkertijd neemt 48% van de jongens het niet in overweging om enkel met de hulp van hun ouders hun studies te financieren (tegenover 64% in de andere studierichtingen). Als compensatie hebben 8 op de 12 vrouwelijke respondenten twee ouders met een universitaire scholing.

Men kan opmerken dat er in de richting informatica het hoogste aantal niet-geslaagde studenten is in het eerste jaar, het hoogste aantal studenten dat als "fout georiënteerd" zal worden beoordeeld. Het zou gewaagd zijn om een verband (ook al werkt dit over het algemeen behoorlijk goed) te suggereren tussen sociale afkomst en slaagkansen op school voor dit vak. Een bijzonder kenmerk van informatica is dat het een sterke aantrekkingskracht heeft, gebaseerd op een vaak vervormd beeld. Kiezen voor informaticastudies betekent niet dat je videospelletjes ontwerpt of de hele dag op het internet doorbrengt. Het is mogelijk dat het belangrijke aantal niet-geslaagden overeenstemt met een slechte overeenkomst tussen de dromen van studenten en de realiteit van de studies. Het slaagpercentage ligt bij de meisjes iets hoger dan bij de jongens, maar de steekproef is te vaag om hier daadwerkelijk een conclusie uit te kunnen trekken.

Keuze van studierichting

Gewoonlijk merkt men in sociologische enquêtes op dat meisjes zich meer dan de jongens bezorgd zijn over het feit of ze zekerheid hebben in hun beroep, maar dat ze zich tevreden stellen met eventueel bescheiden lonen, zolang ze er maar van kunnen leven. De enkele vrouwelijke informatici zien de zaken duidelijk anders.

Zowel in informatica als in andere studierichtingen, zowel bij jongens als bij meisjes, is de eerste reden voor de keuze van studierichting de interesse van de jongeren voor deze studies. Verder zijn er nog twee andere redenen die een belangrijke rol spelen en die een beetje ingaan tegen de stereotypen van de geslachten. 70% van de jongens (wat iets meer is dan bij de meisjes) zeggen dat ze voor informatica als studierichting kiezen omdat er weinig werkloosheid is in die sector. Terwijl 10 meisjes op 12 aangetrokken werden door de hoge lonen (iets minder dan 60% van de jongens haalt deze reden aan).

Professionele loopbanen

De beroepen die door gediplomeerden van de tweede graad van verschillende studierichtingen worden uitgeoefend, zijn onderverdeeld volgens twaalf domeinen waaronder informatica: "in de functie van informatici, met uitsluiting van de overige functies in de informatica industrie en het onderwijs".

Buiten de licentiaten informatica die nagenoeg allemaal in hun domein werken, vormt de informatica een belangrijk toekomstperspectief voor gediplomeerden uit de toegepaste wetenschappen. Onder informatici vindt men gediplomeerden uit de meeste van de andere richtingen. Ten slotte komen, op de 158 informatici die reageerden op de enquête, 63 personen, of 40%, uit andere richtingen dan informatica en toegepaste wetenschappen.

Ook interessant om op te merken, is dat van deze 63 personen, er slechts 11 verklaren een aanvullend diploma in de informatica behaald te hebben. Van deze 63 personen die omgeschoold zijn naar informatica, zijn er 35% vrouwen. De steekproef is natuurlijk wel beperkt, maar men kan toch opmerken dat de verhouding aanzienlijk hoger ligt dan bij de gediplomeerde respondenten (m/v) van de studierichting informatica (zij zijn met 16%) of toegepaste wetenschappen (13%). Zoals de auteurs van Newtonia besluiten, zou dit resultaat de onderwijsspecialisten, zowel de middelbare als de universitaire, aan het denken moeten zetten over het onthaal van meisjes.

De Europese enquête www-ict (http://www.ftu-namur.org/projets/proj-15.html) heeft aangetoond dat er talrijke wegen naar ITC-beroepen leiden en dat vrouwen gemakkelijk van deze zijwegen gebruik maken. Het feit dat 52 personen informaticus (m/v) geworden zijn zonder hiervoor een aanvullende opleiding genoten te hebben, toont nog maar eens aan dat zelfstudie een goed aanvaarde manier is om informaticakennis te verzamelen. Jammer genoeg tonen de auteurs van de Franse enquête « La place des femmes en SSII » « De plaats van vrouwen in het softwarehuis» (http://www.social.gouv.fr/femmes/pass/chercheur5.pdf), dat deze voorliefde voor zelfstudie wel eens eerder in het nadeel van de vrouwen zou kunnen werken, enerzijds omdat ze minder de mogelijkheid hebben dan de mannen om gebruik te maken van deze leermethode (je moet tijd voor jezelf hebben om alleen te studeren) en anderzijds omdat ze meer weerhoudend zijn dan mannen de kennis die ze op informele manier verworven hebben naar waarde te schatten.

Newtonia:
Alaluf, Imatouchan, Marage, Pahaut, Sanvura, Valkeneers (2004), Les femmes et les professions scientifiques, Diplômes universitaires et accès à l’emploi, Edition de l’université de Bruxelles

Isabelle Collet
januari 2005





Forum de l'article

 
Attribution-NonCommercial 2.0 Belgium