![]() |
![]() |
|
![]() |
||||||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
||||||||||
![]() |
|
Newtonia-onderzoek aan ULB Informatica: vooral voor meisjes een wetenschap apart Uit een recent Newtonia-onderzoek aan de ULB blijkt nog maar eens hoe de studies informatica vooral voor meisjes een heel aparte plaats innemen in het geheel van wetenschappelijke vakken. Waar komen die meisjes vandaan? Wat is hun sociale afkomst? Wat trekt hen aan? En waarin verschillen ze van hun mannelijke medestudenten?
Bij het overlopen van de massa gegevens, verzameld op basis van vragenlijsten die voorgelegd werden aan de studenten van de Université Libre de Belgique (ULB), voor het eerst ingeschreven in 2001, bleek duidelijk dat informatica een heel apart plaats inneemt in het geheel van wetenschappelijke vakken. Een vaststelling waar nog maar eens is aangetoond dat een globale benadering van de problematiek "Vrouwen en wetenschappen" ons niet noodzakelijk inzicht kan geven in de situatie op het gebied van informatica. In 2001 schrijven meisjes zich met 28% aan de ULB in voor wetenschappen. Maar dit globale cijfer verbergt een belangrijke verscheidenheid: 39% meisjes schrijft zich in voor wetenschappelijke richtingen buiten de informatica en slechts 12% kiest voor informatica zelf.
Sociaal milieu Het sociale milieu is meer bepalend voor de toegankelijkheid tot de universiteit dan het geslacht. Kinderen van universitair geschoolden zijn altijd sterk vertegenwoordigd, in het nadeel van kinderen uit een niet-universitair milieu. Deze sociale determinanten zijn minder uitgesproken bij meisjes dan bij jongens. Vrouwelijke studenten komen vaker uit niet-gestudeerde middens dan hun mannelijke collega’s, maar vinden hun weg niet naar de meest gewaardeerde universitaire studierichtingen. Voor informatica ziet het er anders uit: over het algemeen kunnen de jongens in drie groepen ondergebracht worden die min of meer gelijk lopen wat betreft het studieniveau van hun ouders: secundair, hoger en universitair niveau. De informaticatak is, samen met geneeskunde, de enige tak waar de meerderheid van de ouders geen universitaire gediplomeerden zijn. Tegelijkertijd neemt 48% van de jongens het niet in overweging om enkel met de hulp van hun ouders hun studies te financieren (tegenover 64% in de andere studierichtingen). Als compensatie hebben 8 op de 12 vrouwelijke respondenten twee ouders met een universitaire scholing. Men kan opmerken dat er in de richting informatica het hoogste aantal niet-geslaagde studenten is in het eerste jaar, het hoogste aantal studenten dat als "fout georiënteerd" zal worden beoordeeld. Het zou gewaagd zijn om een verband (ook al werkt dit over het algemeen behoorlijk goed) te suggereren tussen sociale afkomst en slaagkansen op school voor dit vak. Een bijzonder kenmerk van informatica is dat het een sterke aantrekkingskracht heeft, gebaseerd op een vaak vervormd beeld. Kiezen voor informaticastudies betekent niet dat je videospelletjes ontwerpt of de hele dag op het internet doorbrengt. Het is mogelijk dat het belangrijke aantal niet-geslaagden overeenstemt met een slechte overeenkomst tussen de dromen van studenten en de realiteit van de studies. Het slaagpercentage ligt bij de meisjes iets hoger dan bij de jongens, maar de steekproef is te vaag om hier daadwerkelijk een conclusie uit te kunnen trekken. Keuze van studierichting
Professionele loopbanen De beroepen die door gediplomeerden van de tweede graad van verschillende studierichtingen worden uitgeoefend, zijn onderverdeeld volgens twaalf domeinen waaronder informatica: "in de functie van informatici, met uitsluiting van de overige functies in de informatica industrie en het onderwijs". Buiten de licentiaten informatica die nagenoeg allemaal in hun domein werken, vormt de informatica een belangrijk toekomstperspectief voor gediplomeerden uit de toegepaste wetenschappen. Onder informatici vindt men gediplomeerden uit de meeste van de andere richtingen. Ten slotte komen, op de 158 informatici die reageerden op de enquête, 63 personen, of 40%, uit andere richtingen dan informatica en toegepaste wetenschappen. Ook interessant om op te merken, is dat van deze 63 personen, er slechts 11 verklaren een aanvullend diploma in de informatica behaald te hebben. Van deze 63 personen die omgeschoold zijn naar informatica, zijn er 35% vrouwen. De steekproef is natuurlijk wel beperkt, maar men kan toch opmerken dat de verhouding aanzienlijk hoger ligt dan bij de gediplomeerde respondenten (m/v) van de studierichting informatica (zij zijn met 16%) of toegepaste wetenschappen (13%). Zoals de auteurs van Newtonia besluiten, zou dit resultaat de onderwijsspecialisten, zowel de middelbare als de universitaire, aan het denken moeten zetten over het onthaal van meisjes.
Isabelle Collet Forum de l'article |
![]() |
||||||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
|||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
|||||||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |