![]() |
![]() |
|
![]() |
||||||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
||||||||||
![]() |
|
VN Wereldtop over de Informatiesamenleving (3) Internetbeheer blijft ondemocratisch Tijdens de Wereldtop over de Informatiesamenleving (WSIS) proberen regeringen, privé-sector en civiele gemeenschap een gemeenschappelijke visie rond de informatiesamenleving te formuleren en de digitale kloof te overbruggen. In deze derde aflevering over de thema’s van WSIS (1) gaat Ada dieper in op het beheer van het Internet. Tijdens de VN Wereldtop over de Informatiesamenleving (WSIS) in Tunis (november 2005) overschaduwde de discussie over het internetbeheer alle andere agendapunten. De roep om meer internationale inbreng in een globale communicatiestructuur als het internet liep op een sisser af en de VS haalden hun slag thuis. Wie de ’root’ uitschakelt, schakelt het internet uit Wie dacht dat het internet ’door iedereen en niemand’ wordt bestuurd, heeft het mis. Hoe beroemd het internet ook is voor haar gedecentraliseerd karakter, de technische onderbouw steunt op een hiërarchisch systeem van domeinnamen die via domeinnaam servers ’url’s’ (zoals www.ada-online.org) omzetten in reële internetadressen of IP-adressen (zoals 192.168.0.0). Aan de top van dit domeinnamensysteem (Domain Name System of DNS) bevindt zich de ’root zone file’ (kortweg ’de root’), een database die alle domeinnamen bevat en zowat de belangrijkste database van het hele internet is. De ’root’ wordt beheerd door 13 ’root servers’ die zich bijna allemaal op Amerikaanse bodem bevinden en telkens een kopie bevatten van de root. Ook de server met de originele database (’de master root server’) opereert uitsluitend onder Amerikaanse invloed. ICANN: "I can" De macht van de VS over het internet wordt verzekerd door een contract van het Amerikaanse ministerie van Handel met ICANN, de Internet Corporation For Assigned Names and Numbers, een non-profitorganisatie die in 1998 in Californië werd opgericht en uitsluitend onder Amerikaanse wetgeving valt (2). Hoewel ICANN al sinds haar oprichting sterk wordt bekritiseerd, behoudt deze Amerikaanse instelling tot op de dag van vandaag nog steeds de volledige controle over de ’root zone file’ en dus over het volledige internetadressysteem. In de hoogste regionen van het internet gebeurt het dagelijks beheer van de ’root’ niet door ICANN, maar door IANA, de ’Internet Assigned Numbers Authority’ die onder supervisie van ICANN het technisch beheer van de zogeheten "IANA databases" op zich neemt. IANA wijst echter niet zelf alle IP-adressen aan individuele computers over de hele wereld toe. Vijf regionale internet ’registries’ krijgen van ICANN een groep adressen toegewezen die ze in hun regio onder de lokale ISP’s (Internet Service Providers) mogen verdelen. Op hun beurt wijzen de ISP’s dan de individuele adressen aan individuele computers toe (3). Niet dat de Amerikanen zich t.o.v. het wereldwijde net ooit onverantwoordelijk gedroegen. Behalve een kort incident met het Libische domein .ly (zie kader) staat het Amerikaanse technische management van de ’root’ al jaren garant voor de stabiliteit van het internet. De stelling dat de VS unilateraal een land van het internet kan halen is eerder theoretisch, want niemand gelooft dat de Amerikaanse regering het ooit in zijn hoofd zou halen een landdomein uit de root te schrappen (4). Toch is de kritiek niet mis. Volgens ICANN Watch (5), een website die het beleid van ICANN op de voet volgt, is ICANN’s werking ondemocratisch en weinig transparant (6). Vermomd als een Amerikaanse NGO die internationaal nergens verantwoording hoeft af te leggen, beslist ICANN welke topdomeinen (Top Level Domains of TLD’s) worden aangemaakt en welke onderneming of organisatie officieel wordt erkend als beheerder-eigenaar van ’generieke’ topdomeinen (gTLD’s) zoals .com, .org, .net en landdomeinen (’country-code’ of ccTLD’s) zoals .be. Een onderneming als Verisign bijvoorbeeld is via haar contract met ICANN als enige geoorloofd .com domeinen in de centrale database (de ’Registry’) in te schrijven. Jaarlijks strijkt Verisign miljarden op via licentiecontracten met registratie-agenten die wereldwijd .com domeinen verkopen (7). Deze lucratieve business ligt aan de basis van ICANN’s financiële onafhankelijkheid en 90% van haar inkomsten zijn afkomstig van de vergoedingen die ’partnerbedrijven’ als Verisign betalen in ruil voor hun registratierecht in de ’root’ (8). De korte droom van de internetdemocratie
Het duurde tot half de jaren ’90 vooraleer de op merknamen gebaseerde industrie de commerciële mogelijkheden van het internet ontdekte en er een eind kwam aan het consensus-model waarmee de vroege internetgemeenschap de ’DNS-macht’ aan vrijwilligers als Jon Postel had gedelegeerd. Toen in 1998 de Amerikaanse regering via haar "White Paper" de ’root’ overdroeg aan ICANN, organiseerden industriële belangengroepen een boycot tegen de publieke vergaderingen die ICANN mee vorm moesten geven en slaagden ze erin een reeks in besloten kring geschreven huisregels door te drukken (9). De op weinig consensus gebaseerde oprichting van ICANN wordt vandaag weerspiegeld in haar ondemocratische en ondoorzichtige structuur. Alles wordt beslist in de raad van bestuur, die nog steeds wordt geleid door de vijf ’voorlopig’ zelfverkozen experts en topindustriëlen. Bovendien is ICANN’s huishoudelijk reglement zeer veranderlijk en onderhevig aan de invloed van politici en bedrijfsleiders (10). De inspraak van individuele internetgebruikers was dan ook van korte duur en in 2002 slaagde een groepje industriëlen erin de verkiezingen van de ’At-Large’ bestuursleden (11) wegens ’gebrek aan legitimiteit’ zonder pardon af te schaffen (12). WSIS: een flop?
Dit leidde in Genève tot de oprichting van een werkgroep (14) en tot het vaste voornemen om "het internationale beheer van het internet multilateraal, transparant en democratisch te maken" (15). Wat ooit begon als een top over het overhevelen van de internetvoordelen naar het Zuiden, mondde uit in die ene lang verzwegen vraag: "Wie controleert het internet feitelijk?" De controverse rond het internetbeheer steeg ten top toen de EU op slechts enkele weken van de tweede WSIS-ronde in Tunis het Amerikaansgezinde kamp verliet en pleitte voor een overheveling van de ICANN-internettaken naar een internationaal gecontroleerde organisatie (16). Er volgde een intense lobby van de VS, en veel grote IT-bedrijven spraken zich uit voor een status quo. Ook de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, Condoleezza Rice, stuurde vlak voor de top nog een brief naar de EU (17). Hoewel zowat elk gezond politiek verstand het unilateraal DNS-beheer als onaanvaardbaar bestempelde, werd in Tunis aandachtig geluisterd naar de tegenargumenten van de Amerikaanse internettechnici. Hun vrees dat politiek getouwtrek de technische stabiliteit van het internet in gevaar kon brengen kreeg bij vele politici heel wat gehoor. Bovendien was het de Amerikaanse diplomatie niet ontgaan dat ’kwade as’ landen als Cuba, Iran, Syrië en China in Tunis het felst voor een internationaal gecontroleerd internetsysteem pleitten. En dus haalden de VS hun overbekende ’vrijheid of censuur’ argument uit de kast en landen zonder democratische traditie (waaronder gastland Tunesië) kregen in de internationale pers meteen de volle laag. De ’volkeren van de wereld’, die onder leiding van China, Rusland, Iran, Syrië en Brazilië het beleid van ICANN zwaar hadden bekritiseerd, moesten uiteindelijk het onderspit delven. Ondanks vijf jaar WSIS werd beslist om alles gewoon bij het oude te laten. Voor ICANN betekende WSIS een geslaagde internationale legitimiteitstest, waardoor de organisatie de touwtjes van het net nog steviger in handen houdt (18). Na de VN-sage rond Irak trok VN-secretaris-generaal Kofi Annan voor een tweede maal het gezicht stevig in de plooi en kondigde reeds op de eerste conferentiedag aan dat WSIS op een flop zou uitdraaien: "Laat ons duidelijk zijn: de Verenigde Naties wil het internet niet overnemen of als een politiemacht gaan controleren. Het dagdagelijkse beheer van het net moet worden overgelaten aan technische instellingen, al was het maar om het te beschermen tegen de verhitting van de dagelijkse politiek" (19) De rest van WSIS werd verspild aan het formuleren van een compromis dat zowel het Amerikaanse als Europese gezichtsverlies zoveel mogelijk zou beperken. Het resultaat was de aankondiging van een "Forum voor Internetbeheer" (Internet Governance Forum - IGF), waarin bedrijven, regeringen en burgerorganisaties nog eens vijf jaar over het internetbeleid mogen debatteren. Ook al kreeg het IGF van WSIS geen enkele beslissingsmacht over de ’root’, de speelruimte van ICANN lijkt toch enigszins te verkleinen. Dankzij het IGF, zo beweren optimisten, behoort de uitbouw van een wettelijke en internationaal gerespecteerde ICANN-opvolger nu opnieuw tot de mogelijkheden. Lize De Clercq
Forum de l'article |
![]() |
||||||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
|||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
|||||||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |