|
 |
Weinig meisjes in de informaticaopleidingen: oorzaken en oplossingen?
Het Ada-netwerk vraagt zich af hoe het komt dat meisjes afwezig blijven in de hogere informaticaopleidingen (en
op de arbeidsmarkt), en gaat op zoek naar oplossingen. In deze rubriek vestigen we de aandacht op enkele denkpistes en goede praktijken die bedrijven, overheid, scholen en gewone burgers kunnen aanzetten om zich gemotiveerd in te zetten voor het dichten van de digitale kloof tussen mannen en vrouwen.
Vandaag volgen in Vlaanderen iets minder dan 10% meisjes een hogere opleiding informatica. Nieuwe technologie is overal - thuis, op het werk en in de vrije tijd - maar vrouwen blijven vaak louter gebruiksters of beheersen minder vaak dan mannen de software en de interfaces op hun computer. Slechts een klein aantal vrouwen werkt mee aan de productie en de opstelling van ICT, hoewel ontplooiing en autonomie in deze groeiende beroepsniche zeker ook voor vrouwen is weggelegd.
In technische richtingen, en in het bijzonder in de richtingen informatica is op het vlak van emancipatie nog een heel eind te gaan. In Vlaanderen zijn 57% van de studenten rechten vrouwelijk en in de faculteiten geneeskunde en taal en letterkunde maken vrouwen respectievelijk 60% en 71% van de studentenbevolking uit. Ook in de meer wetenschappelijke richtingen - traditioneel door jongens bezocht - staan vrouwen garant voor 50% van de toekomstige wiskundigen, 55% van de biologen en 37% chemici. Er zijn ook 50% meisjes in de architectuur en zelfs bij de ingenieurs zijn er 22% meisjes (cijfers van het Vlaams onderwijs, jaargang 2003-2004).

Slechts 10% meisjes studeren informatica |
|
Aan de computer, een man...
Jongens krijgen vaker een computer dan meisjes. Ook al is het maar dankzij een spelconsole, jongens raken sneller bedreven in nieuwe technologieën.
Meisjes komen vaak pas op school voor het eerst in contact met het klavier en hebben minder zelfvertrouwen dan jongens, ook al vertaalt zich dit niet in een achterstand op technisch niveau.
|
Informatica en computers worden als iets mannelijks aanzien, een beetje zoals betonmolens en mechanica. Studies tonen aan dat kinderen al op prille leeftijd denken dat machines iets voor jongens zijn. Deze misvatting wordt later nog versterkt door videospelletjes, die vaak voor een mannelijk publiek op de markt worden gebracht.
Als kinderen mensen ontmoeten wiens passie informatica is, dan zijn dat vaak mannen. Informatica krijgt een ‘mannelijke’ bijklank, iets wat beter bij mannen past.
Zelden ziet men foto’s van vrouwelijke informatici of van vrouwen die geboeid zijn door de radertjes van de informatica. Op die manier wordt het voor meisjes wel erg moeilijk zich met informatica en de bijhorende carrièrevoordelen te identificiëren op het moment dat ze een keuze voor hun toekomst moeten maken.
|
De oorsprong van deze vertekende beeldvorming rond vrouwen en computers gaat terug tot in de kindertijd en tot verschillen in de opvoeding van jongens en meisjes: ouders en leerkrachten bijvoorbeeld moedigen jongens meer aan voor bepaalde activiteiten dan meisjes, en viceversa. Ook bootsen kinderen het gedrag van mensen van hun eigen geslacht na. ‘Model’ staan hier niet alleen de ouders. Ook het beeld van mannen en vrouwen dat wordt uitgedragen door de media, kinderspeelgoed, op school of door andere koppels oefenen hun invloed uit.
Stereotieper kan het niet: ‘de informaticus-hacker’ is een jongeman, zonder verloofde, met een verwaarloosd uiterlijk en zonder sociaal leven. Het beeld is moeilijk te verzoenen met wat traditioneel van een vrouw wordt verwacht: het benutten van haar uiterlijk, van haar interpersoonlijke kwaliteiten... Een jonge vrouw die voor informatica kiest lijkt zich als het ware schuldig te maken aan een schending van vrouwelijke eigenheid!
Maar hoe zit het in de praktijk? De meeste professionele ICT’ers beantwoorden helemaal niet aan de karikaturele voorstelling van de ‘geek’. Bovendien zijn werkgevers steeds minder exclusief op zoek naar technische kennis. Er duiken heel wat nieuwe beroepen op die naast hun ICT-karakter ook een combinatie eisen van communicatievaardigheden, creativiteit, analytisch denkvermogen en organisatietalent.
Voltijds informaticus…
Overuren, voltijds werken, lange studies, steeds stand-by zijn... het zijn typische kenmerken waarmee het beroep van informaticus wordt geassocieerd. Maar dit beeld klopt slechts voor een klein aantal informaticabedrijven. Heel wat informatici werken immers in banken, in verenigingen en op ministeries waar het werkritme veel beter verenigbaar is met een privéleven.
|
Verander het beeld van informatica, van de informaticus en van meisjes zelf !
Meer vrouwelijke informatici als rolmodellen :
Nodig vrouwelijke informatici uit in de klas, breng hen in contact met de leerlingen en laat hen hun beroep voorstellen
Zorg ervoor dat het beeld van vrouwen in informatica zichtbaar aanwezig is in de folder van de school, op foto’s. Plaats meisjes in een actieve rol, aan de computer
Stuur een vrouwelijke leerkracht naar oriëntatiebeurzen om je school te vertegenwoordigen
Werf vrouwelijke informaticaleerkrachten en netwerk- of infrastructuurverantwoordelijken aan
Haal de mythe onderuit en toon de ware kant van ICT-beroepen :
Gebruik de digitale informatie (internet, Ada beroepsfiches) om leerlingen (en hun studieadviseurs) een breed overzicht te geven van de nieuwe en talrijke ICT-beroepen
Zet het nuttige, creatieve, veelzijdige en sociale karakter van de ICT-beroepen in de verf
Let er speciaal op dat ook meisjes op de hoogte zijn van het bestaan van zulke beroepen
Een kwestie van studiekeuze…
Bekende stereotypen omtrent studiekeuze en geslacht zijn :
Het uitbouwen van een goede carrière is minder belangrijk voor meisjes dan voor jongens.
Jongens en meisjes slagen (of mislukken) om verschillende redenen, maar bij een gelijk resultaat hebben leerkrachten de neiging te veronderstellen dat meisjes meer moeite hebben moeten doen dan jongens. Van jongens wordt verondersteld dat ze over een ‘aangeboren’ kennis en intelligentie beschikken en meisjes enkel slagen door hardnekkige inspanning. Mislukt een meisje dan krijgt ze de raad een andere studierichting te volgen, terwijl een jongen herkanst!
|
In de periode van adolescentie is de studiekeuze van cruciaal belang voor de professionele toekomst van jongeren. Leerkrachten en studieadviseurs spelen dan ook een belangrijke rol in het wegwerken van verschillen in studiekeuze tussen meisjes en jongens.
Hoewel meisjes gemiddeld minder vaak blijven zitten dan jongens, heeft het prestigieuze karakter van een studierichting een grote invloed op het al dan niet herkansen van jongens versus meisjes. Meisjes die niet slagen in een wetenschappelijke richting worden vaak ’geheroriënteerd’, terwijl jongens hun jaar eerder zullen herkansen. Meestal zijn de ouders en de leerlingen zelf verantwoordelijk voor deze beslissing, maar ook de rol van de studieadviseur en de leerkracht is niet te onderschatten. Wie meisjes aanmoedigt om een minder prestigieuze richting te kiezen, sluit vele deuren omdat de studiekeuze in het derde secundair meestal bepalend is voor de keuze van hogere studies.
Het gekoesterde beeld dat elke richting in het secundair onderwijs even prestigieus is, wordt door een enquête van de Vrije Universiteit Brussel (Newtonia 2002) ontkend. Het aantal wiskunde-uren blijkt bepalend voor de studiekeuze aan de universiteit. Wie weinig wiskunde zag heeft minder keuzemogelijkheden, omdat zij of hij niet over de vereiste voorkennis beschikt. Toch denken veel ouders, vooral uit sociaal-cultureel achtergestelde milieus, dat ‘algemene’ richtingen, waar men ‘een beetje vanalles’ leert (talen, wetenschappen, enz.) meer deuren openen dan gespecialiseerde wetenschappelijke richtingen.
|
Leerkrachten en studieadviseurs kunnen erop letten:
Leerlingen en ouders bewust te maken van het belang van de studiekeuze, en van het feit dat wetenschappelijke richtingen later een bredere waaier aan keuzes opleveren
Meisjes en jongens gelijk te behandelen, zonder te vervallen in stereotypen
Angst voor zichzelf
Voor veel meisjes is informatica studeren een echte uitdaging. De richting informatica wordt aanzien als een mannelijk bastion, dat weinig met vrouw-zijn te maken heeft. Vaak zijn het de meisjes die geloof in eigen kunnen missen en zich zorgen maken om wat er hen in de richting informatica te wachten staat.
Vrouwelijke informaticastudenten zien zichzelf vaak minder efficiënt op technologisch gebied dan hun mannelijke collega’s, hoewel ze even bedreven zijn. Een meisje vindt het vaak misplaatst om zich – vooral in de intellectuele sfeer – op het voorplan te begeven. In een proces van socialisatie leerde ze dat “nederigheid een vrouw ‘beter past’”. en “een pretentieuze vrouw op geen begrip hoeft te rekenen”. Het is dan ook niet verwonderlijk dat meisjes hun slaagkansen in vraag stellen en de neiging hebben hun resultaten en bekwaamheden minder op te hemelen...
Om hier tegenin te gaan kunnen leerkrachten en studieadviseurs meisjes die aan zichzelf en hun technologische competenties twijfelen best extra aanmoedigen. Dit is vooral belangrijk omdat vooral meisjes hun leerkracht aanduiden als de beslissende invloedspersoon achter hun studiekeuze!
Angst voor andere cursisten
Een bekend struikelblok zijn cursussen die enkel door jongens worden gevolgd. Meisjes voelen er weinig voor in een geïsoleerde positie terecht te komen waar ze zich steeds opnieuw moeten bewijzen of moeten afrekenen met seksisme (in de vorm van grappen, pornografische beelden of ongewenste intimiteiten). Deze minderheidspositie kan ook de aanzet zijn voor omstandigheden die tot een mislukking leiden.
Een aantal vuistregels - die we ‘verwelkomen zonder te stigmatiseren’ noemen kunnen ongetwijfeld iets veranderen aan de zwakke vertegenwoordiging van meisjes in informaticarichtingen:
Leerkrachten betrekken de meisjes actief bij de lessen. Ze behandelen hen niet als een soort apart, met aparte noden, maar als student onder de studenten, even bekwaam en talentvol. Ook zorgen ze ervoor dat zowel jongens als meisjes evenveel kans krijgen om zowel aan het woord als aan de toestellen te komen.
Rolmodellen zijn belangrijk: de aanwezigheid van andere meisjes, ook bij het onderwijzend personeel, kan de studierichting toegankelijker maken.
Leerkrachten en instellingen moeten duidelijk aangeven dat seksisme, ook al is het ‘onschuldig’ (seksisme is nooit onschuldig) niet getolereerd wordt. Zowel leerlingen als leerkrachten moeten zich strikt onthouden van gelijk welk stereotyperend commentaar.
Besluit
Samenvattend kunnen leerkrachten en studieadviseurs :
De beeldvorming rond informatica en de informaticus beïnvloeden door de waaier aan bestaande beroepen toe te lichten en te wijzen op de vraag naar andere dan enkel en alleen technische vaardigheden. Het is belangrijk te verwijzen naar vrouwen die deze activiteiten uitoefenen.
Erop letten jongens en meisjes gelijk te behandelen in de evaluatie van hun vaardigheden en de bepaling van hun studiekeuze en stereotype benaderingen vermijden.
Leerlingen met weinig zelfvertrouwen extra ondersteunen en er rekening mee houden dat meisjes hier vaker last van hebben dan jongens.
Er alles aan doen om een optimale werksfeer te creëren waarin meisjes zich vrij van gelijk welk seksistisch commentaar op een harmonieuze manier kunnen integreren.
Altijd al is de school een plek geweest
waar meisjes zich emanciperen…
|
Eleonore Seron
september 2005
Download & print
Voor wie deze tekst als folder in kleur wil uitprinten Download pdf
|
|
 |
|