ADA - Vrouwen en Nieuwe Technologieën

Over hoe stereotypen ontstaan en blijven voortbestaan

 

Stereotypen worden gevormd door onze ervaringen en culturele vormingen. Het zijn ‘overtuigingen’ over bepaalde groepen. Auto’s rijden, vogels vliegen, vrouwen zijn zachtaardig.

In tegenstelling tot fysieke eigenschappen van voorwerpen, zijn stereotypen over groepen sociale constructies, ze sluiten aan bij een bepaalde culturele context. Ze worden gedeeltelijk onderwezen en we zien ze rondom ons, in gewoontes en gedragingen van mensen uit die groepen [1].

We nemen deze stereotypen maar al te graag over, want ze zijn nuttig en ze helpen ons de wereld te rechtvaardigen, zoals de rollen in de samenleving (werklozen zijn lui, daarom hebben ze geen werk) of de internationale relaties (onze vijanden zijn wreed, daarom voeren we oorlog tegen hen).

Wat de seksen betreft, zijn de rollen stereotiep verdeeld. Stereotyp zijn vrouwen zachtaardig en bekommeren ze zich om anderen, waardoor ze geschikt zijn om thuis te blijven, voor de kinderen te zorgen of in de zorg te werken (onderwijzeres, verpleegster). Mannen daarentegen zijn ambitieus en competitief, waardoor ze op verantwoordelijke posten terechtkomen. De heilige natuur geeft ons een behaaglijk gevoel: de wereld is zoals hij moet zijn.

Worden de sekseverschillen veroorzaakt door onze genen of worden ze bepaald door onze opvoeding en de beelden die we zien? Dit debat [2] wordt al sinds lange tijd gevoerd. De huidige aanname is dat als er aangeboren neigingen zijn, deze versterkt en veranderd worden door de manier waarop jongens en meisjes worden opgevoed.

Omdat stereotypen ons al op hele jonge leeftijd beïnvloeden, kunnen ze een eigen realiteit creëren: omdat geleerd wordt dat meisjes zachtaardig zijn, worden ook veel meisjes zachtaardig.

In het algemeen denkt men dat de stereotiepe beelden en de media deze tweedeling tussen mannen en vrouwen versterken. Bovendien zorgen deze beelden ervoor dat er beelden gecreëerd worden van groepen waarmee we weinig of geen direct contact hebben, zoals bijvoorbeeld van Chinezen, Mormonen of… informatici.

Hoe meer een verband ‘categorie-eigenschappen’ voorkomt en bevestigd wordt door ‘feiten’, hoe meer stereotypen er ontstaan. Vrouwen die technologie gebruiken in reclames zijn vaak ondeskundig. Hoe vaker deze beelden rondgaan, hoe meer wij a priori aan de categorie ‘vrouwen’ de eigenschap ‘weet niks van informatica’ toekennen.

Het pedagogisch multimedia-instrument dat u hierna vindt, werd ontwikkeld in samenwerking met Muriel Andrin, filmtheoritica (Elicit: Europees certificaat voor literatuur van film en tv - ULB). U leert er beelden mee analyseren en inzien dat elk beeld (vaste of bewegende beelden) het resultaat is van een systematische constructie van degenen die het beeld voortbrengen, met als doel een bepaald effect te verkrijgen bij degenen die het beeld zien.

De bedoeling van dit instrument is dat er gebroken wordt met de herhaling van beelden die de oorzaak zijn van de verspreiding en het voortbestaan van stereotypen. Maar ook dat we onze eigen vooroordelen achter ons laten. In reclame, videospelletjes, actiefilms,... worden niet altijd stereotype beelden van vrouwen gebruikt.