![]() |
![]() |
|
![]() |
||||||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
||||||||||
![]() |
|
Burgerparticipatie op ReWICs ( Rencontres Wallonnes de l’Internet Citoyen) De ’digitale kloof’ in enkele cijfers De derde editie van de Waalse Ontmoetingsdagen van de Internet Burger (ReWICs) vond dit jaar plaats op 8 maart, of uitgerekend op de Internationale Vrouwendag. Genoeg reden dus om het Internetgebruik van de Belgen, en in het bijzonder dat van vrouwen, onder de loep te nemen. Op het vlak van de ’digitale kloof’ is er immers nog heel wat werk aan de winkel.
De digitale kloof is reëel en uitgebreid onderzocht (1). Verschillende nationale en internationale onderzoeken tonen aan dat deze kloof in de eerste plaats maatschappelijk is. De minst begunstigde bevolkingsgroepen gebruiken ook het Interent het minst. Het onderwerp is complex: de digitale kloof kan geografisch zijn, verband houden met leeftijd, inkomen, gezinssamenstelling, opleidingsgraad en het geslacht.
Gebruiken en gebruikers van Internet in België Volgens enquêtes gerealiseerd in 2003 door het Waals Agentschap voor Telecommunicatie (AWT), is tachtig procent van de Belgische Internetgebruikers tussen 15 en 44 jaar. Dagelijks gebruikt 58% van de mannen het Internet, tegen slechts 44% vrouwen. De toepassingen die het meest gebruikt worden, zijn surfen en e-mail. Ongeveer 61% van de bedrijfsleiders en 36% van de secretarissen/ressen hebben een e-mail adres. De eigenaar van een persoonlijke webpagina is in 75% van de gevallen een man en in 25% een vrouw. De internaut is meestal minder dan 60 jaar, is bij voorkeur student, bediende of niet-actief en beschikt over minstens een diploma van het lager secundair onderwijs. Het profiel van de regelmatige internetgebruiker is die van een jonge man uit een welstellend sociaal milieu en met minstens één kind. Numerieke insluiting Uit de deelname van ADA aan het atelier over gebruiken en goede praktijken inzake ICT-kennisverwerving (zie kader), onthouden wij dat die verwerving pas doeltreffend is als ingespeeld wordt op situaties die herkenbaar zijn voor het doelpubliek. Een lesgever met pedagogisch inzicht is vaak te verkiezen boven een informaticaspecialist die met zijn/haar jargon over de hoofden heen praat. Binnen de opleidingen moeten mensen het gevoel krijgen dat ze worden gewaardeerd. En daarom moeten ook vooral die personen worden bereikt die cultureel en financieel het verst staan van ICT. Personen dus die geen toegang hebben tot ICT op hun werk of ver van een publieke plaats wonen waar ICT-gebruik wordt aangeboden. Myriam Lemort
Forum de l'article |
![]() |
||||||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
|||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
|||||||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |