|
 |
Kantoorjobs, vrouwen en informatica
In nog geen 20 jaar tijd veroverde de computer een plaats in elk bedrijf. De werkomgeving veranderde snel. Vooral de administratieve afdelingen, waar veel vrouwen werken, ondergingen een ware metamorfose. Het klavier van de traditionele schrijfmachine, eens zo geassocieerd met een vrouwenberoep, verwierf in de kortste keren een geslachtsloos karakter. Maar als we de beroepen in functie van de gebruikte computertoepassingen bekijken, blijkt in de rolverdeling per geslacht weinig veranderd: vrouwen gebruiken de kantoortoepassingen, mannen de meer technische, gespecialiseerde informaticatoepassingen,… en de telefoon en laptop.
In bediendenjobs, waar vrouwen in de meerderheid zijn, maakt men gemakkelijk meer dan drie uur per dag gebruik van informatica. Ook de kader- en middenkaderfuncties (1) werden snel geïnformatiseerd, maar het is toch opvallend hoe sterk ’typisch vrouwelijke’ functies als secretaresse of boekhoudster aan informatica zijn gekoppeld.
Van alle beroepsgroepen zijn het de administratieve bedrijfsbedienden (87% vrouwen in 2004) die de meeste tijd voor de computer doorbrengen: in 1998 gebruikte 90,1% van de Franse administratieve bedrijfsbedienden informatica en 81% bracht meer dan drie uur voor de computer door. Van de 92,4% bedrijfskaderleden (zo’n 25% vrouwen in 2004) die allemaal een computer gebruiken zit slechts 62,4% meer dan drie uur per dag voor zijn of haar computer (2).
De geschiedenis van de relatie tussen vrouwen en computers in deze beroepen leert ons dat de sociale representatie van dit beroep technologie als iets mannelijks voorstelt. Vrouwen gebruiken een computer vaak zonder enige opleiding en zonder dat de bijkomende vaardigheden die ze sinds de komst van de kantoorinformatica hebben verworven, werden erkend.
Van schrijfmachine naar computer
Toen computers de bedrijfswereld binnentraden streefden de bedrijven naar een hogere productiviteit. Om de kosten voor de investering in het informaticamateriaal zo snel mogelijk terug te verdienen, moest aantal werkuren voor bepaalde taken naar omlaag. In de jaren 80 leken de (typisch vrouwelijke) kantoorfuncties het makkelijkst te automatiseren en net als in de kaderfuncties werd de computer ook in deze functies geïntroduceerd.
 Engelse reclame voor de "Empire" schrijfmachine, collection Babillot, zonder datum | Hoewel de komst van de microcomputer in de bedrijven heel wat vernieuwing bracht, kwam er geen verandering in de relatie tussen vrouw en techniek. De zeer geslachtsgetinte rollenverdeling op kantoor wordt door Gardey (3) goed geïllustreerd door voorbeelden uit de reclamewereld van begin de 20ste eeuw: mannen hanteren ’bevrijdende technologie’ terwijl de vrouwen onbeweeglijk achter de schrijfmachine zitten, gekluisterd aan hun bureau en onderworpen aan de techniek.
De kantoorautomatisering verliep jaren later volgens een identiek rolpatroon: vrouwen kregen een ’tekstverwerker’ in de schoot geworpen (vaak zonder daarvoor te kiezen en zonder enige vooropleiding), terwijl de (meestal mannelijke) kaderleden de ’microcomputer’ kregen. Omdat men de microcomputer zoveel mogelijk wou loskoppelen van een mogelijke associatie met de schrijfmachine, bleken sommige versies niet eens over een klavier te beschikken.
Ook de wijze waarop de machines werden voorgesteld, kende een zekere indelingspatroon. Microcomputers werden omschreven als “intelligente terminals” die in staat waren “het werk volledig te beheersen” en “problemen aan te pakken die men vroeger niet kon oplossen". Ging het om ’de tekstverwerker’ (en dus om vrouwen) dan werd de machine echter als volgt omschreven: “Eén druk op de knop moet volstaan. Vrouwen zijn niet op zoek naar inzicht”. En wat de vormgeving betreft: “Het toestel moet eenvoudig zijn, zo veel mogelijk gelijkend op een schrijfmachine” (4).
"Toen het klavier ook bij mannen ingeburgerd raakte en het klavier een aseksueel karakter kreeg, erfden de vrouwen een ‘soort van’ microcomputer die voor een tekstverwerker moest doorgaan. Beetje bij beetje werd de kantoorinformatisering ‘uitgevonden’ en werden de geslachtsgetinte grenzen rond het gebruik van micro-informatica geherdefinieerd. Voortaan gebruiken vrouwen ’geïnformatiseerde instrumenten’ en doen mannen aan ’micro-informatica’. (5)
Evolutie en opwaardering van vaardigheden
 Foto van de dactylopool in een Renault fabriek, 1931.
Nationale zetel van Renault SA.
Centrale archieven, historische documentatie, album nr. 5, foto nr. 201124. | Samen met de nieuwe toestellen kwamen ook de nodige vaardigheden om met de toestellen om te gaan ter sprake. Het belang van deze vaardigheden werd echter meestal geminimaliseerd. Een bedrijfsenquête van Monique Chalude uit 1984 illustreert dit: “De verantwoordelijken weigeren de bijkomende bekwaamheden van de gebruiksters te erkennen: volgens hen blijft het werk identiek en is enkel het middel veranderd, zonder dat dit nieuwe verantwoordelijkheden met zich zou meebrengen. Ze zien het als een ’natuurlijke evolutie der dingen’” (6).
Het niet erkennen van nieuwe computervaardigheiden hield rechtstreeks verband met het matigen van de loonkost: “Terwijl de extra vaardigheden bij de eerste computergebruiksters bij wijze van stimulans nog werden erkend, werd de kwestie volledig over het hoofd gezien eens het computermateriaal zich wijd verspreidde en de bedrijven slachtoffer van hun eigen omvang werden. Economisch gezien had het bedrijf er alle baat bij de extra vereiste expertise zoveel mogelijk te minimaliseren” (7).
Nu, twintig jaar later, hebben vrouwen die administratieve functies vervullen zich de nieuwe technologie volledig eigen gemaakt. In 1991 reeds behoorde het beroep van secretaresse tot de meest geïnformatiseerde beroepen: in 1998 zijn 91% van de geïnformatiseerde jobs in Frankrijk secretaressejobs.
Ondanks deze toch wel ingrijpende evolutie heeft het beroep van secretaresse qua salaris echter nooit een opwaardering gekend (zie kader: “Tussen secretaresse en assistente: de effecten van de informatica”). Ook ging de komst van informatica in andere jobs (zoals bv. boekhouder) gepaard met een vervrouwelijking van de functie en werden er rondom de functie andere - beter verloonde en ’typisch mannelijke’- professionele categorieën gedefinieerd: informaticabeheer, accountant,.. (meer hierover in het kader over boekhouden).
Tussen secretaresse en assistente: de effecten van de informatica
Het beroep van secretaresse is één van de eerste functies die vrouwen die in loondienst traden gingen uitoefenen. Vandaag worden zo’n zeventig procent van alle secretariaatsjobs door vrouwen bezet en zo’n acht procent van alle bezoldigde vrouwen in Frankrijk is secreterasse. De beeldvorming rond deze job is zo sterk verweven met het historisch beeld van de werkende vrouw (8) dat het mannelijke woord ‘secrétaire’ in het Frans naar een andere functie verwijst, of zelfs naar een meubel.
 Reclame voor de schrijfmachine Remington,
tijdschrift Mon bureau, november 1923,
Industrieel Museum van Rijsel. | Op 20 jaar tijd is de job van secretaresse echter enorm geëvolueerd. Toen in het begin van de jaren ’80 de tekstverwerker verscheen, vreesde men even dat de secretariaatsfunctie volledig zou verdwijnen. Toch daalde het aantal secretaresses niet. Er waren wel steeds minder jobs in de dactylografie en de stenografie, maar deze daling werd meer dan gecompenseerd door een stijgend aantal secretaresses en directiesecretaresses.
Cereq (Centre d’études et de recherches sur la qualification), een Frans onderzoekscentrum voor opleiding en tewerkstelling, onderzocht de evolutie van de secretariaatsfunctie en nam bij meerdere bedrijven met verschillende tussenpozen enquêtes af: “Telkens men vreesde dat een nieuw instrument het secretariaatsberoep opnieuw ter discussie zou stellen, werden de relationele vaardigheden en de beheerstaken, die ongetwijfeld met dit beroep samengaan, geminimaliseerd. Toch zijn het juist deze beheersvaardighen die in een steeds veeleisender wordende bedrijfsomgeving aan belang hebben gewonnen, veel meer dan de gegevensopvang of het in orde brengen van de post” (9) .
Bijna alle secretaresses maken vandaag gebruik van informatica en dat was ook reeds zo in 1991 (10). Maar naarmate ook anderen, voornamelijk kaderleden, de computer gingen gebruiken, “konden de secretaresses zich meer aan coördinatie- en managementsactiviteiten wijden, zich op de inhoud van dossiers toeleggen en op het meer functionele vakgebied van het bedrijfsleven” (11).
De evolutie van de secretariaatsjob ging gepaard met een steeds stijgend diplomaniveau. In België hebben de nieuwe secretaresses steeds vaker een graduaatsdiploma en in Frankrijk beschikken ze over het BTS-niveau (Brevet de technicien supérieur), een diploma dat je behaalt na 2 jaar hoger technisch onderwijs.
Ook de functieinhoud werd opnieuw gedefinieerd en ook de nieuwe technologieën pasten zich aan aan het beroep van secretaresse. Het secretaressevak veranderde van naam en er ontstond een nieuwe soort opleiding. Er is slechts één punt waarop de secretaressejob niet evolueerde: het punt van de bezoldiging en erkenning. Terwijl tussen 1990 en 1998 in Frankrijk het gemiddelde loon van een voltijdse secretaresse met slechts 2% steeg, nam het gemiddeld loon voor alle functies in diezelfde periode met 23 % toe.
Dat het erbarmelijk is gesteld met de sociale erkenning van dit beroep blijkt duidelijk uit de manier waarop het ISIS haar secretariaatsopleidingen promoot: “Wij leiden geen secretaresses op. We vormen professionelen die sterke prestaties leveren, meteen aangeworven worden en zeker kunnen zijn van een boeiende carrière” (12) Uit de omschrijving blijkt duidelijk dat de functie nog steeds op zoek is naar erkenning.
|
Boekhouden: een heel oude informatisering
Eén van de eerste terreinen waar de informatisering haar intrede deed, is de boekhouding. Opvallend is dat de vroege en ruime informatisering in dit beroep gepaard ging met een stijging van het aantal vrouwen: 26,7 % in 1961 en 74,2 % in 2002.
“In de de jaren ’60 beschikte IBM over beheerstoepassingen voor haar tabelleermachines en kreeg zo het idee computers te verkopen voor beheersapplicaties, eerst met geperforeerde kaarten als randgeheugen, daarna met magnetische banden. Het werd de grootste markt van de informatica industrie” (13) .
Vandaag zijn boekhouddiensten en boekhoudbedrijven volledig uitgerust met computers en gespecialiseerde software, wat een belangrijke tijdswinst oplevert voor de vaak repetitieve taken in de boekhouding. Bedrijven die besparingen willen doorvoeren investeren dan ook het vaakst in de informatisering van de boekhoudfunctie (14).
Samen met de informatisering ontstonden rondom de traditionele boekhoudfunctie echter ook andere functies zoals informaticabeheer en kostenanalyse. Deze functies leidden tot een steeds beter bedrijfsbeheer en de boekhouddiensten leverden steeds beter en sneller hun informatie af. In dit proces vervrouwelijkte de traditionele boekhoudsfunctie sterk, maar dat was niet het geval voor de nieuwe ’randfuncties’: in de studierichtingen accountant bevinden zich slechts 50% vrouwen en slechts 10% vrouwen studeren een universitaire richting informaticabeheer.
|
De opleiding
Reeds van bij het begin van de informatisering benadrukte men sterk dat computers in het administratief gebruik ’erg eenvoudig waren’, en dit had een sterke weerslag op de opleiding: “De meeste gebruiksters vinden de opleiding te kort, te intensief en slecht aangepast aan hun behoeften”. Het diensthoofd, bij wie de computerverkoper het eenvoudige gebruik uitgebreid had opgehemeld, daarentegen “verwacht dat de gebruikster meteen beschikbaar is” (15).
“De opleidingen zijn erg instrumenteel en gaan louter over het toestel zelf. Ze zijn intensief en van korte duur en worden voorzien door de productiebedrijven, door de informaticadienst van het bedrijf of door een monitor die speciaal hiervoor ontworpen is. De informaticalogica wordt op de werkvloer nooit trapsgewijs toegelicht” (16).
Op de dag van vandaag maken de meeste vrouwen gebruik van informatica. Maar kregen ze de voldoende opleiding om zich aan de nieuwe middelen aan te passen? Misschien, maar een aantal vaststellingen doen ons toch twijfelen:
Vrouwen genieten minder vaak van een bedrijfsopleiding dan mannen: volgens de statistieken van het NIS ontvangen vrouwen per jaar gemiddeld 24,7 uren betaalde opleiding, terwijl mannen gemiddeld 36 uren betaalde opleiding volgen. De gemiddelde opleidingskost per mannelijke werknemer bedraagt € 1.641 en € 1.055 voor een vrouwelijke werknemere (alle opleidingen samen) (17).
De meeste vrouwen die een informatica opleiding volgden, kregen enkel een opleiding in kantoorautomatisering. Als we de opleidingen in kantoorautomatisering van bv. Vorming Brussel of Cevora bekijken, dan blijkt inderdaad dat vooral vrouwen aan dit type opleidingen deelnemen. In het eerste semester van 2003, vinden we bij Cevora 60% vrouwen in de opleiding kantoorautomatisering en 13% in de meer technische informatica opleidingen. Naargelang de opleidingen technischer worden duiken steeds meer mannen op: Word voor gevorderden telt 81% vrouwen, Acces voor gevorderden telt 66% vrouwen. In technische informatica opleidingen zijn in de opleidingen HTML vrouwen goed voor 34% en in Visual Basic voor 11% (18). Vorming Brussel kende in het centrum waar werkzoekenden worden opgeleid voor kantoor- en dienstenfuncties 76% vrouwen, terwijl er voor netwerktechnieken slechts 11% vrouwen waren ingeschreven (19).
Tot slot: België hinkt flink achterop wat betreft informatica opleiding in functie van het werk, zowel bij de mannen als bij de vrouwen: slechts 38% van de Belgische computergebruikers kregen op het werk een opleiding in informatica, terwijl het Europees gemiddelde hier op 53% ligt (20).
Reconstructie van de geslachtsgebonden indeling rond de computer
 Reclame voor SurfControl Enterprise Threat Protection; Netcetera Januari 2002 | Techniek staat niet los van de sociale omgeving die haar in het leven roept, en ook de ontwikkeling in de micro-informatica werd beïnvloed door de sociale indeling van de geslachten en de rol en de plaats van de vrouw op kantoor.
De verspreiding van informatica, de prijsdaling van computers, en een internetverbinding op het werk zorgden er echter voor dat veel vrouwen die kantoorwerk doen nu een instrument in handen hebben dat nog maar weinig gelijkenissen vertoont met de schrijfmachine of de tekstverwerker en een instrument is dat ook voor andere doeleinden dan de louter productieve taken kan worden gebruikt.
Als men de advertenties in informaticatijdschriften mag geloven, is dit laatste iets wat bepaalde werkgevers sterk verontrust. Of de convergentie tussen de instrumenten van kaderleden en secretaresses op termijn ook de geslachtelijke verschillen rond de functies zal doen afnemen, is een andere vraag...
Anne-Laure Buisson
September 2005
Noten & links
(1) Onder deze categorie vallen, naast technici en opzichters, ook de tussenberoepen van onderwijs, gezondheid, openbare diensten en bedrijven.
(2) Coutrot T., Sitoreau J. [2002] Dynamique des métiers et usage de l’informatique : een beschrijvende benadering DARES sutdiedocument. blz 5, en « Actifs occupés selon la catégorie professionnelle, 2004, Insee Actifs occupés selon le sexe et la catégorie socioprofessionnelle
(3) Gardey D. [2004] Humains et objets en action essai sur la réification de la domination masculine, blz 239 en volgende in Chabaud-Rychter D. et D. Gardey, [2004]L’engendrement des choses : des hommes, des femmes, et des techniques, (sous la direction de), Editions des archives contemporaines, Paris
(4) Chalule M. [1986] Bureautique et travail des femmes, in Dury R.[1986] Femmes et nouvelles technologies (dirigé par) Labor, Bruxelles, page 46
(5) Doniol-Shaw G.[2004] Hommes et femmes au travail : du coté de l’ergonomie et de la psychopathologie, page 270, in D. Chabaud-Rychter et D. Gardey.
(6) Chalule M. [1986] page 46
(7) Chalule M. [1986] page 47
(8) Voor de geschiedenis van het beroep en een volledige iconografie van de herkomst van het secretariaat, zie
De la plume aux claviers - Un siècle de métiers du secrétariat et du bureau
(9) Fournier C. Liaroutzos O. [1997] Le secrétariat, une profession qui sait s’adapter, Céreq Bref n°129 p2
(10) Hamon-Cholet S. Topiol-Bensaid A. Viney X. [2000]Secrétaire, un métier qui s’est adapté à la généralisation de la bureautique, in Première informations et premières synthèses, DARES, Paris - p 4.
(11) Olivier Liaroutzos [2000] De la secrétaire à l’assistante. Un processus qui requiert un accompagnement. Céreq Bref n°160, p1
(12) I.S.E.S - Secrétaire de Direction
(13) Jean Louis PEAUCELLE [1998] La productivité administrative et l’informatique: discours et réalités
(14) Etude sur les métiers de la comptabilité , Observatoire de la formation et des métiers, page 62
(15) Chalule M. [1986] page 47
(16) R.Dury [1986]Introduction, page 12, in Femmes et nouvelles technologies, Labor, Bruxelles, dirigé par Dury R
(17) http://statbel.fgov.be/figures/d33_fr.asp#4
(18) Information fournie par Roos Ruyschart aux digitales 2004
(19)
www.bruxellesformation.be - rapport 2002, page 15
(20) Eurobaromètre, page 17
|
|
 |
|