![]() |
![]() |
![]() |
|||||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|||||
![]() |
Is telewerk een wondermiddel? Telewerk en technologie Telewerken of werken van op afstand wordt sinds de jaren ’80, door de komst van nieuwe technologieën, hoe langer hoe meer overwogen. Door de kantoorinformatisering zijn gegevens van op verschillende plaatsen met elkaar verbonden (zelfs reeds voordat het Internet haar intrede deed). Zo ontstonden er projecten om telewerk te ontwikkelen, soms met de weinig realistische hoop dit te kunnen toepassen op een groot deel van de jobs. De cijfers Wat is wel en wat is geen telewerk? De term "telewerk" is in feite erg vaag en kan verschillende vormen aannemen. Tot het legertje van telewerkers kan men zowel de zelfstandige vertaler rekenen die volledig van thuis uit werkt, als de loontrekkende van een grote onderneming die zijn of haar computer meeneemt naar huis om tijdens het weekend verder te werken. De definitie van telewerk die in studies gebruikt wordt, verschilt van auteur tot auteur en leidt tot heel wisselende cijfers. Een werkbare indeling is die van het ECaTT:
Zoals in verschillende enquêtes wordt aangetoond, behoort de meerderheid van de telewerkers in feite tot de categorie van occasionele telewerkers die slechts een klein deel van hun tijd van op afstand werken. Uit de cijfers van Tijd voor telewerk (2005) - zie ook onderstaande grafiek - blijkt dat ruim de helft van de Belgische telewerkers minder dan 25% van hun tijd telewerken. Dezelfde studie rapporteert ook cijfers over het belang van telewerk in België. Het blijkt dat het hier om 437.000 werknemers gaat, 10,6% van de actieve bevolking. Mannen met een universitaire opleiding Terwijl telewerk vaak wordt voorgesteld als een manier om vrouwen te helpen met een beter evenwicht tussen werk en gezin, is het toch de man die het meest telewerkt. In de ECaTT enquête (1999), telewerkte 75% van de mannen. De enige vorm van telewerk waarin vrouwen in belangrijkere mate aanwezig zijn is het occasionele telewerk, waar ze 37% van de telewerkers uitmaken, terwijl ze voor slechts 18% tot de regelmatige telewerkers behoren. Deze cijfers worden bevestigd door het rapport van Tijd voor telewerk dat de cijfers opneemt van verschillende studies in België. (1). Een ander kenmerk van de telewerker is het hoge opleidingsniveau. Terwijl de
hooggeschoolde werknemers slechts 27% van de actieve bevolking uitmaken, vormen
ze wel 60% van de telewerkers. Bij de hooggeschoolde werknemers oefent 8,5%
regelmatig telewerk uit en 4,2% occasioneel, terwijl bij de lagergeschoolden
slechts 1,4% de ene of de andere vorm van telewerk doet. Een vorm van flexibiliteit Terwijl telewerk oorspronkelijk vooral werd beschouwd als een logisch gevolg
van de evoluerende techniek, blijkt het tegenwoordig steeds meer gelinkt te
zijn aan de organisatie van het werk. Telewerk komt het meeste voor in bedrijven
en bij werknemers die bij nieuwe organisatiestijlen betrokken zijn, met werkvormen
waarbij flexibiliteit en autonomie van de loontrekkenden het belangrijkst zijn.
Het technische aspect op zich, louter de informatica en de afgeleide communicatieproducten
hiervan, volstaat niet als voorwaarde om telewerk te kunnen invoeren in een
bedrijf. Vendramin en Taskin (2004) stellen het als volgt: "Men maakt deel uit van
een aanzienlijke ontwikkeling van het werk per project of per onderwerp, waarin
de werkgevers de te halen deadlines of de te leveren prestaties bepalen. Tegenover
deze druk staat het feit dat de werknemer een grotere autonomie geniet in het
organiseren van zijn werktijd. Telewerk, afwisselend mobiel en occasioneel,
maakt deel uit van compromissen tussen de druk van deadlines en de te behalen
doelstellingen enerzijds en de behoefte om een zekere levenskwaliteit na te
streven anderzijds."(2). Deze veranderingen in de organisatie van het werk hebben geleid tot wijzigingen
in het ’human resources’ beheer. Begrippen als controle en hiërarchie werden
terug op losse schroeven gezet en er ontstond een nieuwe verstandhouding tussen
de loontrekkenden en hun bedrijf, dat met het telewerk instemt. Telewerk is dus een middel tot flexibiliteit dat persoonlijke doelstellingen en bedrijfsdoelstellingen beter met elkaar verzoent : de werknemer is verantwoordelijk autonoom en beschikbaar in geval van nood, en in ruil hiervoor heeft de werkgever voldoende vertrouwen in de telewerker om die te laten werken op ongebruikelijke plaatsen en uren zonder daarover de vertrouwde controle te hebben. Mobiliteit als sociaal voordeel? Een van de motivaties van de politiek om telewerk te ondersteunen, hangt samen met de wens om de verkeerssituatie te verbeteren: indien de werknemers van thuis uit willen werken, zou dat een daling in het woon-werkverkeer met zich mee moeten brengen. In de Verenigde Staten en Canada, waar de dagelijkse afstanden per auto vaak zeer lang zijn, kan dit aspect zeker in rekening gebracht worden. Het valt momenteel echter moeilijk te zeggen of de impact op de files of op het milieu hier in België zo groot is. Bovendien kan telewerk, indien het op regelmatige basis gebeurt, een vestiging voor werknemers op een grotere afstand van hun bedrijf in de hand werken! Rekening houdend met het aantal telewerknemers, met het aantal dagen per week dat ze telewerken en met hun woonplaats (telewerkers zijn vaak stedelingen en voor sommigen is de afstand huis-werk van weinig belang), schatten Vendramin en Taskin dat het ecologisch effect van telewerk te verwaarlozen (3). valt ten aanzien van de mobiliteitsproblemen in België. Naar een formalisering Telewerk is beetje bij beetje ingevoerd, in samenhang met de veranderingen in de organisatie van het werk, en parallel met de toenemende autonomie van bepaalde werknemers. Dit gebeurde vaak op een informele manier, zonder geschreven overeenkomst, zonder wijzigingen in het arbeidscontract, eenvoudig na onderling overleg tussen werkgever en werknemer. Volgens de enquête "Tijd voor telewerken" gebeurt slechts een heel klein deel van het telewerk in een geformaliseerd kader. Deze situatie kan problemen geven in geval van conflicten: hoe meet je het werk en de tijd die in dat werk gaat zitten, wie betaalt de apparatuur, met name de computerspullen die de loontrekkende thuis heeft, en hoe houd je teamwork in stand? De voorwaarden die in België tot hier toe wettelijk voorzien waren voor telewerk, waren gekoppeld aan twee nogal verouderde teksten, maar de collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) nr. 85 van 9 november 2005(7) vertelt welke principes dienen gerespecteerd volgens de Belgische wetgeving. De eerste tekst uit 1996, gaat over thuiswerk en vermeldt het telewerk niet expliciet maar lijkt wel voor dat doel opgesteld. De tekst beoogt de formalisering van de rechten van de werknemer en reglementeert het deeltijds telewerk
(8). De tweede tekst kadert in een Europees akkoord uit 2002. En het zijn precies die principes die in de CAO van 2005(9) zijn terug te vinden. De essentiële punten zijn:
De werktijd van telewerkers Hoe meet je de werklast van een telewerker? Juist de taken die zich goed lenen voortelewerk zijn moeilijk te meten en te normaliseren. Bovendien is een groot deel van het occasionele telewerk geen telewerk in de plaats van werken in het bedrijf, maar bijkomend telewerk naast de normale uren die in bedrijf gepresteerd worden. Uit de Chronos enquête, waar Vendramin en Taskin hun commentaar bij leveren, blijkt dat 39 % van de Franse loontrekkenden thuiswerken omdat ze niet voldoende tijd hebben om hun werk rond te krijgen binnen de werkuren. Dient telewerk louter om de werktijd te verlengen? En zoja, doet die situatie zich occasioneel voor of herhaalt die zich vaak? Op dit gebied is de ECaTT enquête behoorlijk relevant: 80% van de telewerkers werkt meer dan bepaald werd in hun contract, wat bij slechts 50% van de niet-telewerkers het geval is. Natuurlijk betreft dit voor een groot deel juist de loontrekkenden die door de aard van hun werk veel overuren maken (informatici of hooggeschoolde werkkrachten bijvoorbeeld, maar het verband tussen telewerk en de per contract vastgestelde werkuren die systematisch overschreden worden, is toch wel heel sterk. Deze vaststelling kan dan wel de werkgevers geruststellen wat betreft de inzet van hun telewerkers, anderzijds kan men zich ook afvragen hoe het zit met het respecteren van het arbeidsrecht in het kader van het telewerk. Gebruiken vrouwen telewerk om beter te kunnen combineren? Wanneer het gaat over het combineren van beroepsleven en privé-leven, denken veel mensen allereerst aan vrouwen. Het is inderdaad de vrouw die doorgaans het meeste huishoudelijke werk op zich neemt. Bijgevolg wordt telewerk beschouwd als een oplossing om de druk van een dubbele dag te verlagen. Dit is zonder twijfel geen perfecte oplossing, maar het wordt voorgesteld als de beste uitweg. Het zou zo immers mogelijk zijn om de drukke momenten van de dag (’s ochtends, in de vooravond) te verminderen. Toch hebben we gezien dat het in feite niet de vrouwen zijn die het meest telewerken; behalve dan in bepaalde gezinscategorieën, namelijk die met kinderen jonger dan 6. In dat specifieke geval is het inderdaad vaker de vrouw dan de man die telewerkt. Deze vaststelling wordt echter niet bevestigd door de enquête van het Franse Dares. Uit de resultaten van Dares blijkt immers dat "het feit of een vrouw al of niet thuis telewerkt, niet afhangt van het feit of ze kinderen heeft, noch van het eventuele aantal. Dit lijkt de soms geopperde hypothese te ontkrachten dat vrouwen voor telewerk zouden kiezen om hun gezinsleven beter te combineren met hun job." (11) (12). Hiervoor zijn twee verklaringen te geven: enerzijds zijn vrouwen minder aanwezig in functies waar telewerk makkelijk toepasbaar is en, anderzijds is er een hypothese die zegt dat sommige vrouwen niet graag telewerken omdat ze bezorgd zijn dat ze op zeker moment de grens niet meer kunnen trekken tussen de familiale en professionele verplichtingen, wanneer het onderscheid wegvalt in werkplaats en beperkte uurroosters. Telewerk en de verdeling van het huishouden Met de Familie-enquête wou men onderzoek verrichten naar de manier waarop telewerk de gezinssfeer beïnvloedt, rekening houdend met de verschillende werkstijlen en de verschillende gezinsvormen. Enkele van de resultaten zouden zin geven om deze praktijk sterk aan te moedigen… ten minste bij mannelijke werknemers! (11) (12). Telewerkende vrouwen, en in het bijzonder de vrouwen die dit doen om hunreistijd te verkorten en het huishouden beter te kunnen indelen zullen nog meer dan voorheen de huishoudelijke taken op zich nemen! Logisch, indien telewerken bedoeld is om beter met huishoudelijke taken te kunnen omgaan, zal het per definitie tot een belangrijkere tijdsinvestering leiden in het huishouden door vrouwelijke werknemers. Het goede nieuws is dat men ook bij telewerkende mannen een stijging vaststelt in de tijd die aan het huishouden wordt besteedt. Voor een man is het vaker om werkredenen dat hij voor telewerk kiest, en toch heeft dat telewerk een invloed op de investeringen binnen de gezinssfeer. Behalve in het geval dat het telewerk er komt door een professionele verandering, om zelfstandige te worden bijvoorbeeld, dan vraagt het werk vaak nog meer tijd dan voorheen. Maar wanneer een mannelijke werknemer voor telewerk kiest om bijvoorbeeld de tijd dat hij onderweg is te verminderen, dan zal dit wel degelijk bijdragen tot een beter evenwicht in de taakverdeling van het gezin. Het lijkt er dus op dat, indien bepaalde vormen van telewerk inderdaad het tijdsbeheer tussen gezin en werk zouden vergemakkelijken, de herverdeling van de taken tussen man en vrouw enkel slaagt als de man gaat telewerken.
Anne-Laure Buisson Alle gepubliceerde artikels over deze rubriek:
|
![]() |
|||||||
![]() |
![]() |
![]() |
|||||||
![]() |
![]() |
||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
|||||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |